‘Ik kom niet vaak in een museum,’ zei hij, ‘maar als ik er dan ben vind ik het maar lastig dat ik nergens aan mag komen. Je mag alleen maar kijken. Sommige dingen zijn kwetsbaar, dat begrijp ik, maar andere dingen zou je toch gewoon aan kunnen raken zonder dat die beschadigd raken?’ ‘Nou,’ zei ik, ‘het zou mij behoorlijk afleiden als jij net een beeld staat te betasten dat ik wil gaan bekijken. De Venus van Milo ofzo.’
Het is soms inderdaad jammer dat je niet dichterbij de kunst in musea mag komen. Ik heb wel heiligenbeelden in kerken zien staan die dag in dag uit door gelovigen worden aangeraakt. Bijvoorbeeld aan de grote teen. Die is dan helemaal glad en glimmend en er zit geen patina op, zoals op de rest van het beeld. Ik moet dan ook even aan die teen zitten. Niet uit devotie, maar omdat ik ook met mijn vingers het gladde oppervlak wil voelen, gepolijst door de vele handen.
Giuseppe Penone (Italiaanse beeldhouwer) heeft in de jaren 70 een serie sculpturen gemaakt met de titel Soffio (Adem). Daarbij heeft hij een afdruk gemaakt van zijn lichaam in klei. Het lijkt alsof hij met een aanloopje tegen een berg klei is gebotst en zo een afdruk heeft gemaakt. Je ziet de textuur van zijn kleding en de contouren van zijn benen. Bovenop zit een afdruk van zijn gezicht en rechtop, op een steeltje, staat de afdruk van zijn mondholte, want hij nam ook een hap in de klei. Even ging hij helemaal op in de klei. Hij kon de weerstand van de klei voelen, de aardse geur ruiken en zelfs proeven. Ik sta op gepaste afstand naar het afgebakken eindresultaat te kijken en moet het doen met dit ene zintuig.
Er zijn veel kunstwerken waar ik aan zou willen zitten. Even aaien als het er zacht uit ziet. Even omarmen en aan alle kanten aanraken. Of ervaren hoe zwaar of hoe licht het is. Mijn hand leggen in de afdruk van de hand van iemand anders. Dichterbij komen dan alleen met kijken.
Er zijn gelukkig andere plekken waar ik mijn vingers niet achter mijn rug hoef te houden. Op de lapjesmarkt bijvoorbeeld, daar mag ik overal aanzitten. Ik zou zelfs nooit een meter stof kopen voor ik die grondig heb kunnen betasten. En iedereen doet het daar. Op een lapjesmarkt waar je niets aan mag raken zou weinig verkocht worden.
Thuis steek in mijn neus in de zachte vacht van de kat en in de hals van mijn lief. Daar mag ik het dichtst bij komen.