1.
We zijn net een kilometer onderweg naar onze vakantiebestemming. “Zeg, hebben we de lampjes van de fietsdrager gecheckt?” We parkeren op de eerst mogelijke plek en terwijl ik op de rem trap en de richtingaanwijzers aanzet kijkt R of alles werkt. Eén lampje is defect. Een reservelampje zit in het dashboardkastje, maar niet de goede schroevendraaier om de behuizing te openen. “Zullen we naar huis en even een schroevendraaier pakken?”
We zijn ook vlakbij een bouwmarkt. Dan stel ik voor om in de bouwmarkt om een nieuwe te kopen. Liever dat dan terugkeren naar het huis dat ik net verlaten heb om tien dagen weg te zijn. De deur achter me dicht doen en op slot draaien voor ik op vakantie ga is essentieel anders dan wanneer ik even naar de supermarkt ga. Voor de katten ben ik op de eerste dag van de vakantie op dezelfde manier weg als anders, maar voor mij is mijn weg-zijn anders en groter. Ik ga liever niet terug om die vakantie-afwezigheid te onderbreken.
Het kopen van de nieuwe schroevendraaier in de bouwmarkt in mijn eigen stad is onderdeel van de vakantie. We moeten altijd wel iets kopen dat we vergeten zijn. Dat hoort er bij.
2.
Ik sta voor de deur van mijn werkplaats. Ik heb net het licht uitgedaan en ben met mijn tas, rugzak en nog wat dingen die mee naar huis moeten, op de gang gaan staan. Ik draai de sleutel om en doe twee stappen richting de uitgang. Dan herinner ik me dat mijn telefoon nog op tafel ligt. Ik doe het hangslot en het gewone slot weer open en loop de donkere werkplaats in.
De werkplaats heeft maar één raam en daar staan ook nog struiken voor, die veel van het licht blokkeren. Zelfs op een zonnige dag doe ik de lichten aan als ik aan het werk ga. Omdat ik alleen even de telefoon hoef te pakken laat ik het licht uit. Het is niet heel donker, maar eerder schemerig. Ik zie de meubels en objecten staan, de werkbank, de machines die in stof en zaagsel op de vloer liggen. Zo ziet mijn werkplaats er uit als ik er niet ben, denk ik.
Al was ik maar twee stappen weg, ik was weg tot de volgende dag. Door bij terugkeer het licht uit te laten heb ik de werkplaats betrapt op een geheim bestaan bij mijn afwezigheid. Ik was weg en heb niet laten weten dat ik voor heel even weer terug was.