Ik kom graag in de kringloopwinkel. Behalve dat de spullen er goedkoop zijn, vind je er ook nog wel eens iets waar je niet naar op zoek bent. Sterker nog: je kunt beter niet naar een kringloopwinkel gaan als je op zoek bent naar iets heel specifieks. Dat hebben ze namelijk niet.
Als ik een wissellijst koop bij de kringloop, dan zit er vrijwel nooit iets in dat het aanzien waard is. Vaak zijn ze leeg, maar als er wel iets in zit probeer ik er niet naar te kijken. Het leidt alleen maar af, al die posters met reproducties of Ikea-kunst. Maar als ik dan per ongeluk toch zie wat er in zit ben ik verbaasd dat iemand dat boven de bank had hangen. Of geamuseerd, met heel soms een tikje ontroering erbij als er bijvoorbeeld een handwerkje in zit. Een geborduurde voorstelling of iets anders waar iemand veel eer in heeft gelegd.
Het zou natuurlijk mooi zijn als ik eens stoffigs en vies vind, maar dat van onschatbare waarde blijkt te zijn. En ik de enige ben die heeft gezien dat het een verloren gewaand werk betreft van een gerenommeerd kunstenaar of een oude meester. Ik koop het voor twee-en-een-halve euro en laat het veilen bij Sotheby’s. Een ets van Rembrandt ofzo. Een kleintje. Beetje beschadigd, maar nog goed te restaureren.
In mijn werkplaats wilde ik een eigen tekening in een tweedehands wissellijst gaan doen. Bij het wisselen van de inhoud keek ik voor het eerst beter naar wat ik er in zat. Het was een compositie van een paar losse vormen en strepen in zwart en geel met een detail van donkerpaars. Er zat een gevlekt vergeeld papiertje bij wijze van passe-partout omheen. Een poster misschien, dacht ik. Een decoratief abstract dingetje voor aan de muur, ooit. Iets dat zijn beste dagen had gehad. Toen ik het uit de lijst haalde zag ik dat het niet een poster was, maar een litho. Een litho uit 1986, gemaakt als eerste van twee (1/2). In de linkerbovenhoek stond “W”, misschien voor de naam van de maker. Rechtsonder stond “Voor Bea”, met een hartje erbij.
Dus ooit had iemand hier zijn best op gedaan. Ik heb nooit gelithografeerd, maar ik weet wel dat je zo’n drukwerk niet in een uurtje hebt gemaakt. Voor iedere kleur moet een aparte steen worden geprepareerd en bewerkt. Deze had drie kleuren en daarmee drie drukgangen. Drie decennia door Bea gekoesterd (of met gepast schuldgevoel op zolder gezet), tot het moment dat niemand het meer wilde hebben en het richting kringloop verdween.
En dan kom ik. Ik ontmantel de boel, maak alles schoon en verwijder het stof en de vingerafdrukken. Dan doe ik er mijn verse tekening in.
Omdat wat ik eruit heb gehaald misschien het werk van een collega is en niet een poster van een paard in de wei of zo’n generieke foto van kiezelstenen, voel ik een heel klein steekje pijn. Zo gaat dat dus: waarde van zaken kan sterk fluctueren. En bij beeldende kunst nog wel het meest. Weet je wat, ik vouw er nog een envelop van, van die litho. Dan up-cycle ik hem nog een keer. Of is het dan down-cyclen?