Reproducties van kunstwerken hebben bij lange na niet de waarde die we aan het origineel toekennen. Een poster met zonnebloemen van Van Gogh kost, pak ‘m beet, 20 euro. Het originele schilderij kost tientallen miljoenen. Nu mis je met een platte poster natuurlijk wel heel veel van wat je op een echt schilderij kunt zien: de kleurintensiteit, hoe het licht valt over het oppervlak van het schilderij.
Met nieuwe technieken zijn er steeds betere kopieën te maken. Er zijn nu Relievo’s. Dat zijn driedimensionale prints waarop je niet alleen de kleuren ziet, maar ook de streken van het penseel kunt zien en zelfs voelen. Je kunt het verschil met het origineel bijna niet zien. Je ziet het alleen als je weet waar je op moet letten. Die nieuwe replica’s zijn een technisch hoogstandje en worden expres exclusief gehouden. Er worden er niet te veel van gemaakt.
Maar hoeveel replica’s je ook zou maken, en al zijn die nagenoeg perfect, de waarde van een origineel blijft altijd groter. Want dat origineel is aangeraakt door de maker. Dat origineel is bekeken en bewonderd door talloze mensen. En daar zijn we aan gehecht, aan dat origineel.
Eigenlijk heb ik niet een heel goed voorbeeld genomen met Van Gogh. De waarde in geld van een origineel schilderij van zijn hand wordt maar voor een gedeelte bepaald door onze collectieve gehechtheid aan zijn werk, of door de kunsthistorische en artistieke waarde van het werk. De waarde in geld wordt ook bepaald door schaarste, marktwerking en statuszucht. Allemaal dingen die er voor mij bij het kijken naar kunst niet zo veel toe doen. Dan kijk ik naar hoe een mens, zoals jij en ik, uitdrukking heeft gegeven aan zijn kijk op de wereld. Dat voelt als heel dichtbij en tastbaar. Navoelbaar ook. Daar ben ik aan gehecht.
Maar die gehechtheid, zoals aan het werk van Van Gogh (die kon lekker schilderen, hoor), speelt volgens mij niet alleen bij Grote Kunst, die algemeen wordt erkend als ’Van Grote Waarde’. Ik maak het ook mee met hele kleine dingen. In mijn keuken bijvoorbeeld.
Ik had één theemok. Natuurlijk heb ik heel veel theemokken, maar van die ene had ik er één. Een mooi gedecoreerde reclamemok. Echt een mooi ontwerp, maar totaal niet exclusief of duur. Laat ik nu in de kringloopwinkel nog zo’n mok vinden. Die heb ik dus gekocht en bij die eerste gezet. Na een poosje begon het me ineens te spijten dat ik er nu twee had. Die ene was altijd uniek geweest en nu niet meer. Welke van de twee had ik al die uren in mijn handen gehouden? Ik was ineens enorm gehecht aan die ene die al die tijd al in mijn huis was geweest. Die nieuwe was eigenlijk een soort dubbelganger, een bedrieger. Hij zag er wel precies hetzelfde uit als die ene die me dierbaar was, maar hij was het toch niet echt. Toen heb ik de mokken even naast elkaar gezet en gelukkig was er een verschil. Mijn nieuwe mok was gladder van glazuur en had niet die stip, die drukfout op het randje. Gelukkig kan ik gehecht blijven aan het origineel, die andere heeft de status van replica gekregen.