In mijn fotoarchief heb ik bekeken hoe lang sommige onderdelen in mijn atelier rondzwerven voor ze een plek in een beeld krijgen. Tijdens het werk maak ik regelmatig foto’s. Van alle stadia van het maakproces. Dan kan ik het thuis ook nog even bekijken, los van de omgeving van de werkplaats. En ik maak foto’s van verschillende opties als ik bezig ben een beeld samen te stellen uit meerdere onderdelen.
Het achterste deel (of het voorste deel, het is bij mijn beelden niet altijd duidelijk te onderscheiden) van dit gele beeld, heb ik al in allerlei beelden proberen toe te passen en is al in allerlei kleuren geschilderd geweest, voor het de achterkant van dit beeld werd. Ik vond het een mooie vorm, maar hij wilde maar niet met iets anders samensmelten tot een betekenisvol geheel. Ik had het al bijna opgegeven. Maar eindelijk, twee jaar nadat ik die losse eenvoudige vorm had gemaakt, kreeg het een plek. Met dat laatste stuk was het beeld af.
Het moment dat met een laatste toevoeging een beeld ineens af is, is een fijn moment. Als het af is, is de neiging om dingen te blijven veranderen voorbij. Het beeld ziet er uit alsof ik het zo had bedacht, terwijl ik het helemaal niet zo heb bedacht. Het heeft een innerlijke logica en ik kijk er graag naar. Met mijn ogen volg ik de lijnen van het werk en denk: ja, zo klopt het. Of ik denk: je bent een raar ding, maar ik mag je toch erg graag. En als ik een onderdeel vaak in mijn handen heb gehad met de gedachte ‘wat moet ik in hemelsnaam met dit ding doen, om het te laten spreken?’, dan is er ook opluchting. Had ik toch wel goed gezien dat het een mooie vorm was, en nu heeft het een plek waar het tot zijn recht komt.
Ik begin niet met een idee voor een beeld dat in mijn hoofd al af is, en alleen maar gemaakt hoeft te worden. Ik begin met eenvoudige vormen, die ik fijn vind om te maken, die me aanspreken. Iets met een uitsteeksel, een bol, een gekromd iets. Als die vorm er is, dan begint het: wat moet het worden? Wat ga ik er aan toevoegen? Is de vorm al goed of moet ik er iets aan veranderen of verfijnen? Wat past er bij? Bij het bepalen van de volgende stappen is een ontvankelijke geest belangrijk. Open staan voor invallen in de vorm van zacht fluisterende gedachten. En geduld. En doorzettingsvermogen.
Het maken van de beelden is werken met mijn handen en materialen gecombineerd met zoeken en vinden van aansprekende vormen, die levendigheid, vitaliteit en meer van dat soort onstoffelijke karaktereigenschappen lijken uit te stralen. Dat is de kortst mogelijke formulering.