Door de ontluchtingsgaatjes boven de ramen komt geluid makkelijk naar binnen. Vaak hoor ik alleen vogels. Sinds een paar weken is daar een lachende man bij gekomen. Een paar keer per week, aan het begin van de avond hoor ik een nep-lachende man. Een minuut of tien, vijftien per keer.
De eerste keer dacht ik dat er misschien een feestje was waar één man het meest had gedronken en daardoor ook het hardst kon lachen. Het lachen van feestjes in achtertuinen is anders dan lachen op andere momenten. Lachen is niet alleen een reactie op humor, maar kan ook een reactie zijn op ongemak. Of veel bier. Het kan zelfs een apart tijdverdrijf zijn, denk ik. Het is een eenzame lacher die ik hoor, dus geen feestje.
Zijn lach klinkt als de lach van een lachtherapie. Dan begin je gewoon met lachen. Haha haaa, ha ha haa. Na verloop van tijd kom je in een ritme en wordt het leuker en leuker. De endorfinen vloeien rijkelijk door je lijf. Vroeger deed ik dat wel met een vriendin. Wij waren daar erg goed in. Zullen we de slappe lach krijgen? Zo geregeld. Ik heb er een goede nep-lach aan overgehouden. Ik probeer nu thuis R ook weleens over te halen tot nep-lachen, maar hij krijgt het niet zo goed te pakken. Dan slaat het bij mij ook dood.
Misschien hoor ik een man die naar buiten is gestuurd wegens aanhoudend onnodig lachen. Heeft hij de hele tijd al in huis zitten lachen en is zijn vrouw het inmiddels spuugzat. “Als jij zo nodig moet lachen, ga dan in godsnaam even naar buiten, dan kan ik ongestoord mijn serie kijken”. En dat hij dat dan doet en zo in de achtertuin nog even vrijuit het onderste uit zijn longen lacht.
Ik weet niet of ik het eng moet vinden. Het kan wat onheilspellend zijn, een in zichzelf lachende persoon in een achtertuin. Wat voert hij in zijn schild? Lachen op afstand noopt niet meteen tot meelachen of zelf in een goede stemming komen.
Na een paar weken en verschillende sessies gehoord te hebben, ga ik toch eens wat beter luisteren wat ik nou precies hoor. Nee, het is niet eng. Ik denk dat het oprecht nep-lachen is. En als ik de deur open zet en mijn hoofd naar buiten steek hoor ik nog een tweede lach. Ik begrijp ineens wie ik daar hoor. Gegiechel van een klein meisje. Zij komt niet boven de decibellen van haar vader uit. Ineens is het niet raadselachtig, maar aandoenlijk: zo’n vader die gaat lachen in de achtertuin, met zijn dochter. Het lachen is de soundtrack van stoeien op het gras. Dat zij nog lang en gelukkig mogen lachen.