Licht was het
met jou op het strand
We lagen zo dicht bij elkaar
je gezicht op tastafstand
Ik zag voornamelijk jou
was blij dat je zo jong en fit was
We praatten en lachten
De lucht was anders
Daar was iets mee
Hemelsblauw, dat klopte
maar ook de onderkant van water
Je kon er licht doorheen
uit de hemel zien komen
Er leefden dieren in
die niets van ons wisten
Ze zwommen hoog daarboven
We zagen hun lichte ronde buiken
en korte zwempoten
Hoe heten ze ook alweer?
Ik ga dit niet lang volhouden, zei ik
straks moet ik wakker worden
Zul je onthouden dat ook jij
hier was? Met mij?
Dat alles zonnig, zomers en licht was?