Ik kende hem al een paar jaar, maar ik had hem nog nooit iets lekkers zien eten. Praten en lachen kende ik al, maar iets lekkers erbij was nog niet voorgekomen. Dat wist ik pas toen ik het zag. En hij kon het heel goed, iets lekkers eten. Toen ik hem zo met een schuin oog observeerde, begreep ik dat het een talent is om het lekkere van lekkers goed tot je te laten doordringen.
Zo doe je dat: Je concentreert je op het zoete, het romige. Je gaat beter op je stoel zitten, houdt even je mond. Je voelt hoe makkelijk je tanden door het eten snijden, hoe zoete en vette smaken de gelukshormonen door je hersenen laten stromen. Je verenigt je met het object van smaak. Je probeert het gevoel zo lang mogelijk uit te laten klinken door de sappen van je plakkerige vingers te likken en "hèhè" te zeggen en "zo, dat was lekker". Daarna ben je weer beschikbaar voor een eventuele conversatie.
Dat zag ik dus. Het was een onverwacht intieme gebeurtenis. Hoe vaak maak je nou mee dat iemand er eens even voor gaat zitten om uitgebreid te genieten?
Toen het zoontje van een vriendin nog maar een dreumes was, was hij heel goed in eten lekker vinden. Op een zonnige zomerdag zaten we samen in onze achtertuin en at hij een gewone doordeweekse boterham. Onmiddellijk begon hij hardop te genieten: mjommjom mjommjom. Hij klonk als een stationair draaiende motor, net zolang tot zijn brood helemaal op was. Hij kon toen nog niet praten, maar we begrepen hem uitstekend. Achteraf hoorde ik van onze buurvrouw dat ze aan de andere kant van de heg een kopje koffie had zitten drinken. Ze vertelde dat ze had gehoord dat er een klein kind zo lekker zat te eten en dat ze er even voor was gaan zitten om mee te luisteren. Normaal gesproken negeren we beleefd elkaars bezoek in de achtertuin. We praten nooit na over toevallig meebeluisterde gesprekken. Dat je hebt meegenoten met een kleine jongen met groot genietvermogen, kan daarentegen zonder terughoudendheid gedeeld worden.
Laatst vroeg ik aan mijn vriendin of haar zoontje, dat inmiddels bijna acht jaar oud is, nog steeds zo eet. "Niet meer zo vaak," zei ze, "maar als hij iets heel erg lekker vindt, bijvoorbeeld spaghetti met rode saus op zijn verjaardag, dan komt het nog wel voor."
Mocht deze kleine jongen door opgroeien en socialisatie verleren om hardop te genieten, dan hoop ik dat hij het op tijd herontdekt als hij later groot is. En ik hoop dat hij een lieve partner treft die weet hoe hij in een veilige omgeving geprikkeld kan worden tot stationair mjommjommen.