Verbonden

Ooit, lang geleden, in een ander huis, in een andere wijk, had ik een buurvrouw. Onze huizen waren onderdeel van een rechthoekig huizenblok dat rondom een grasveld was gebouwd. Wij woonden vlak bij een hoek en de achtertuin van de genoemde buurvrouw lag niet naast die van ons, maar een kwart slag gedraaid erachter, met een gangetje ertussen. Doordat alle achtertuinen uitkeken op het grasveld, was het heel makkelijk om contact met mensen te maken. Alleen met deze buurvrouw heb ik nooit een woord gewisseld.

Als ik thuis kwam, met de fiets aan de hand, liep ik langs het grasveld eerst recht op de tuin van de buurvrouw af, daarna schoot ik de smalle gang tussen onze tuinen in en sloeg linksaf naar mijn eigen territorium. Haar tuin was onontkoombaar uitzicht op weg naar mijn eigen huis. Als ik de buurvrouw in haar tuin zag staan, was zij altijd net bezig mij de rug toe te keren. Zij zag mij altijd net iets eerder dan ik haar, denk ik, en had in die fractie van een seconde dat zij mij zag en ik haar nog niet, ruim de tijd om zich van mij af te wenden. Ze was altijd druk bezig met iets in haar tuin en zei nooit gedag. Ik probeerde er niets in te lezen, en misschien heb ik het mij verbeeld, maar zij moest wel heel vaak, precies op het moment dat ik langs liep, net even bukken om onkruid uit de grond te trekken of een stuk tuingereedschap op te rapen. Daardoor zag ik vaker haar achterwerk dan haar gezicht.

In die tijd was ik ook helemaal niet goed in een kletspraatje, en ik was de laatste persoon om ons stilzwijgen te doorbreken. Al met al voelde ik me een toch beetje door haar afgewezen. Het leek wel wat op ik voelde bij de eigenaar van de dierenspeciaalzaak die na meer dan tien jaar kattenbakkorrels kopen nog steeds geen blijk van herkenning gaf. Hij keek alsof hij me voor het eerst zag en vroeg iedere keer opnieuw: ‘Waar kan ik je mee helpen?’ Een minimale vorm van herkenning wordt gewaardeerd, ook door mensen die een vergeetgezicht hebben.

Op zomerse dagen, zittend in de achtertuin, hoorde ik de buurvrouw weleens met mensen praten die bij haar op bezoek waren. Dan klonk ze als een aardige en sociale vrouw. Een andere keer was ik de heg aan het snoeien, toen ik haar hoorde telefoneren. Ze was heel blij en gelukkig, alles zat haar eindelijk eens mee. 'Ik voel mij met alles en iedereen verbonden’, zei ze in de telefoon. En dat terwijl ik nogal een kloof voelde tussen mijn tuin en de hare. Ik concludeerde dat een gevoel van intense verbondenheid, met alles en iedereen, heel goed mogelijk is zonder je buren te kennen. Dan is verbondenheid is niet alleen een wederzijds gedeeld concept, maar kan zich ook intrapsychisch afspelen. Wie zal het zeggen, misschien voelde zij zich op een abstracter niveau wel degelijk intens verbonden met mij. Niet als concrete persoon, maar als abstracte medemens, medeschepsel, sterrenstof. We zijn allemaal sterrenstof. Sommige mensen gaat het makkelijk af verbinding te voelen. Ik moet er hard voor werken.

 

Inmiddels zijn er veel blogs verschenen. Daarom heb ik trefwoorden toegevoegd. Je kunt lezen van nieuw naar oud, maar je kunt ook klikken op een trefwoord waar je meer van wilt weten.
Alle trefwoorden:

100 woorden (11) dieren (23) dingen (5) droom (9) eten (13) gedicht (7) gesprek (37) hmmm (61) kunst (36) lach (7) lang geleden (25) muziek (6) sorry (4) Stella (10) van een afstandje (41) verkeer (7) winkel (6)