Ik nader een kruispunt van fietspaden. Er staat een een man met oranje hesje op het fietspad op mijn rijhelft en met zijn gezicht mijn kant op. Het lijkt me een verkeersregelaar. Het is hier altijd druk en er zijn altijd bouwactiviteiten en wegwerkzaamheden. Je moet dan weer hier en dan weer daar fietsen. Ik stop een paar meter voor de man met oranje hes en wacht op aanwijzingen. Ik kijk hem aan, maar hij geeft er geen blijk van dat hij mij en de fietser naast mij ziet. Omdat hij niet reageert kijk ik langer dan je meestal naar een voorbijganger kijkt. Hij doet me denken aan een walrus. Ook wel een beetje omdat hij groot is en een snor heeft, maar vooral om hoe hij daar staat, zijn gezichtsuitdrukking en zijn onverzettelijke houding. Hij staat daar als een groot mannetjesdier met weinig natuurlijke vijanden. Hij hoeft niet aardig gevonden te worden, want hij is toch wel de baas. In ieder geval aanvaard ik hem direct als de heerser van het fietserskruispunt.
Ik wacht nog steeds op aanwijzingen. Hij is niet scheutig is met lichaamstaal, mimiek of verbale aanwijzingen. Er gebeurt helemaal niets op zijn gezicht. Ik kijk langs hem naar de weg die ik wil gaan vervolgen. Er zijn wel mannen aan het werk aan de weg, maar het kruispunt is leeg en ik zie niets waardoor ik niet door zou kunnen rijden. Ik denk dat ik als fietser te klein ben om opgemerkt te worden. Als een meeuw die vlak voor een walrus op het strand loopt. Ik doe er niet toe. Ik stap weer op en passeer hem. Hij blijft staan en verroert zich niet. Als hij geen verkeer regelt, wat doet de man dan op het fietspad?